Waarom een torsoplastie?

Na significant gewichtsverlies, vaak als gevolg van voorgaande bariatrische chirurgie, hebben patiënten vaak nog te kampen met veel huidoverschot. Aangezien de huid voor het gewichtsverlies sterk is uitgezet geweest en veel van haar elasticiteit heeft verloren, krimpt deze na vermagering meestal niet voldoende in. Om dit probleem aan te pakken, worden verschillende technieken van bodycontouring gecombineerd en worden vaak in verschillende stappen gewerkt.

Voor de ingreep (pre-operatief):

Grondige anamnese, klinisch onderzoek en metingen worden verricht door de chirurg tijdens het consult. Afhankelijk hiervan worden de meest aangewezen technieken met u besproken, alsook de mogelijke complicaties. Indien akkoord, worden voor de operatie, evenals erna, medische foto’s gemaakt.
Vooraleer over te gaan tot de ingreep, dient uw gewicht stabiel te zijn over een periode van 3 tot 6 maanden en dient uw nutritionele en metabolische staat optimaal te zijn. Pre-Operatief zal dient nagegaan worden dmv een bloedname.
Indien u zou roken, dient u te stoppen met roken minstens 6 weken voor de ingreep en tot 2 weken na de ingreep.
De dag voor de ingreep kan u zich wassen met antiseptische zeep, zoals chloorhexidine.

Komt het ziekenfonds tussen bij een torsoplastie?:

Voor een abdominoplastie met functionele klachten als indicatie, kan er een financiële tussenkomst van het ziekenfonds bekomen worden, betreffende het functionele aspect.

De operatie

De ingreep gebeurt onder alleen narcose (door een erkend anaesthesist) en volgens de meest recente technieken.

Er zijn verschillende procedures: (cfr brochures over desbetreffende ingrepen)
Lower Body lift: combinatie van circumferentiele abdominoplastie, dijlift en billift.
Upper body lift: combinatie van borstlift, flankplastie en armlift.
Mediale dijlift

Afhankelijk van uw BMI en algemeen klinische toestand, zal de sequentie van deze ingrepen worden bepaald.
De chirurg tracht de operatielittekens zo te laten lopen dat ze naderhand zo min mogelijk zullen opvallen. Er wordt een dosis antibiotica gegeven bij het begin van de ingreep.
Al de hechtingen worden onderhuids geplaatst en tacking sutures worden geplaatst om het risico op postoperative vochtopstapeling (seroom) te verminderen.
Er worden meestal drains aangebracht.

Na de ingreep (postoperatief):

De opname in het ziekenhuis is afhankelijk van de uitgebreidheid en combinatie van ingrepen. Paracetamol volstaat meestal, indien u gedurende de eerste 2 dagen enige pijn zou ondervinden. Vroege mobilisatie wordt aangespoord.
Een steunverband wordt aangelegd en blijft ter plaatse tot op de eerste controleraadpleging, binnen de week na de ingreep. Nadien kan u gedurende een zestal weken een ondersteunde buikband of gaine dragen.
Er worden drains geplaatst, die initieel het wondvocht draineren. Deze worden verwijderd indien het debiet van drainage voldoende laag is.
De hechtingen zijn zelf-oplosbaar en de drains zullen verwijderd worden indien het debiet laag genoeg is.
Het duurt ongeveer een jaar voordat de littekens tot rust zijn gekomen. In de eerste fase van de littekengenezing, adviseren we lokale druk dmv pleisters en eventueel siliconentherapie
De eerste controleraadpleging wordt gepand na een week. Afhankelijk van het risicoprofiel zal eventueel aangeraden worden om postoperatief heparinespuitjes te laten zetten om het risico op tromboflebitis te voorkomen. Steunkousen dienen gedurende 3 weken postoperatief gedragen te worden.
Preventieve antibioticatherapie zal worden voorgeschreven gedurende de eerste 3 dagen postoperatief.
Zware fysieke inspanning dient gedurende de eerste 6 weken vermeden te worden.
Werkhervatting is afhankelijk van de uitgebreidheid van de ingrepen.