Waarom een carpal tunnel release?
De nervus medianus is een belangrijke zenuw die van de arm naar de hand loopt via de carpale tunnel. Indien deze zenuw onder compressie komt te staan in deze tunnel kan u vervelende symptomen ervaren zoals tintelingen in de vingers die deze zenuw voorziet en op termijn ook krachtverlies in de betreffende spiertjes ter hoogte van de hand.
Een release van de fibreuze band, die het dak vormt van de carpale tunnel, kan u van deze symptomen af helpen.
Voor de ingreep (pre-operatief):
Aan de hand van anamnese en klinisch onderzoek zal vaak de diagnose van carpaal tunnel syndroom reeds gemaakt kunnen worden. Een electromyografisch (EMG) onderzoek wordt steeds aangevraagd om deze diagnose te bevestigen. De ingreep en mogelijke complicaties zullen uitvoerig met u besproken worden.
De ingreep:
De ingreep kan gebeuren onder locoregionale verdoving of korte algemene verdoving. Er wordt een band rond uw arm gelegd die tijdens de duur van de ingreep de bloedtoevoer naar hand tijdelijk afgekneld om bloedloos te kunnen opereren.
Via een kleine incisie ter hoogte van de handpalm, wordt het dak van de tunnel, de fibreuze band dus, doorgenomen en wordt de zenuw vrijgemaakt om alzo meer ruimte te creëren.
De wonde wordt gesloten met enkele hechtingen.
Na de ingreep (postoperatief):
Initieel wordt er een dik verband aangelegd rond de hand. Dit verband mag na een 3-tal dagen vervangen worden door een kleiner verband. De hechtingen zullen na 10 a 14 dagen verwijderd worden. De eerste dagen na de ingreep is hoogstand van de hand belangrijk. Zo nodig kan paracetamol als pijnstiller genomen worden. U mag de vingers en de hand dadelijk na de ingreep mobiliseren.
De tintelingen en het eventuele krachtsverlies zullen pas na enige tijd verbeteren omdat de zenuwrecuperatie traag gebeurt.