Waarom een otoplastie?

Afstaande oren, vaak ‘flaporen’ genoemd, komen veel voor. Ze zijn het gevolg van een aangeboren misvorming van het kraakbeenskelet van de oorschelp.
Het is een afwijking die geen invloed heeft op het gehoor, maar die niettemin problemen kan opleveren. Bij kleine kinderen zijn flapoortjes dikwijls aanleiding tot plagerijen door andere kinderen. Maar ook volwassenen kunnen zich hoogst ongelukkig voelen door afstaande of misvormde oren
Ook voor deze schijnbaar onschuldige afwijking van het uiterlijk geldt dat de psychische en sociale problemen die er mee samenhangen zeer ingrijpend kunnen zijn, waardoor correctie ervan in veel gevallen duidelijk is geïndiceerd.

Wanneer wordt er geopereerd ?

De indicatiestelling tot operatieve correctie van afstaande oren is dus gebaseerd op psycho-sociale argumenten. Kinderen moeten eigenlijk zelf kunnen aangeven dat ze problemen hebben met hun afstaande oren. Zolang ze dat (nog) niet kunnen is het verstandig de operatie voorlopig uit te stellen.
Aangezien het oorskelet reeds vroeg vrijwel volgroeid is kan de operatie al op 5 à 6 jarige leeftijd plaatsvinden. Het kan ook op oudere leeftijd, een bovengrens is er niet.

Voor de ingreep

Na een grondige anamnese, worden de oren klinisch geëvalueerd betreffende het afstaande aspect, de antihelixplooi, de diepte van de kom en de oorlel.
De modaliteiten van de ingreep en mogelijke complicaties worden uitvoerig besproken.

Komt het ziekenfonds tussen bij een otoplastie?

Er kan er een gedeeltelijke financiële tussenkomst van het ziekenfonds bekomen worden, betreffende het functionele aspect.

De operatie

De operatie vindt plaats via een dagopname en bestaat uit het herstellen van de normale vorm van het abnormaal uitgegroeide kraakbeenskelet van de oorschelp. Het is vaak zo dat enerzijds de oorschelp in zijn geheel teveel van het hoofd afstaat en anderzijds dat de plooi tussen het binnenste en het buitenste deel onvoldoende of in het geheel niet aangelegd is. Bij de operatie wordt deze plooi versterkt, en wel zodanig dat het kraakbeen niet na korte tijd weer kan terugveren.
Deze ingreep kan bij grotere kinderen en volwassenen goed onder plaatselijke verdoving worden uitgevoerd; bij kleine kinderen heeft algehele narcose de voorkeur. Er wordt een huidsnede gelegd aan de achterzijde van de oorschelp, het litteken zal dus weinig opvallen.

Na de ingreep (postoperatief)

Na de operatie wordt een hoofdverband aangelegd dat ongeveer een kleine week moet blijven zitten. De pijn valt meestal mee, zo nodig helpt een eenvoudige pijnstiller afdoende.
Op de controleraadpleging wordt het verband verwijderd. Nadien dient gedurende nog 3 weken overdag en ’s nachts een haarband gedragen te worden.
Het komt dikwijls voor dat de oorschelpen nog enige tijd wat rood, gezwollen en gevoelig blijven; geleidelijk aan verdwijnt dit.
Sport, en vooral contactsport, dient gedurende 3 weken vermeden te worden.