Afwijkingen van de bovenste ledematen worden vastgesteld bij ongeveer 4 op 10 000 levend
geboren baby’s. In ongeveer 1/3 van de gevallen wordt een geassocieerde afwijking gevonden. De
meeste geassocieerde afwijkingen worden gevonden bij radiair (aan de kant van de duim) gelegen
afwijkingen. Een aparte consultatie bij een geneticus is dan ook absoluut noodzakelijk.
Enkele voorbeelden van congenitale afwijkingen ter hoogte van de hand zijn: meer of minder dan vijf vingers aan een hand, onbuigbare vingers, te korte vingers, 1 of meerdere vingers die aan elkaar zijn gegroeid.

Polydactylie, syndactylie en congenitale springduim zij de aangeboren handafwijkingen die wij in ons centrum behandelen.

Polydactylie is een aangeboren handafwijking die relatief vaak voorkomt.  Bij deze afwijking heb je meer dan vijf vingers aan één hand (of meer dan vijf tenen aan één voet). In de meeste gevallen beschik je bij polydactylie over een extra pink. Het is echter ook mogelijk dat je twee duimen hebt. De extra vinger bevalt overigens niet in alle gevallen ook botten en is slechts zelden bruikbaar. Vaak zal er, om cosmetische redenen, worden gekozen voor een operatieve verwijdering van de extra vinger.

Syndactylie betekent dat er vingers (of tenen) die naast elkaar zijn gelegen gedeeltelijk zijn verkleefd of vergroeid. Er kunnen een tweetal varianten worden onderscheiden, namelijk enerzijds de cutane syndactylie waarbij de huid vergroeid is en anderzijds de benige syndactylie waarbij ook de botten onderling zijn vastgegroeid.

Bij kleine kinderen bestaat er een soort aangeboren vorm van springvinger in de duim, waarbij deze onvolledig strekt. Dit wordt veroorzaakt door een knobbeltje op de buigpees van de duim. Dit knobbeltje blijft hangen achter één van de bandjes die over deze pees ligt.

De chirurg zal de behandelingsmogelijkheden en de timing van de reconstructie uitvoerig met u bespreken