Waarom een vaginaplastie?

Na een bevalling kan de vagina, die dient als geboortekanaal, ander grote stress hebben gestaan. Deze uitrekking herstelt zich meestal uit zichzelf, maar soms blijft de vaginawand zeer slap. Op dat ogenblik is een vaginale verjonging noodzakelijk. Dit kan in dezelfde operatie gebeuren als een schaamlipverkleining.
Ook al bestaat er controverse rond deze G-spot, verschillende vrouwen zijn gebaat bij een opspuiting van vet onder deze regio.

Voor de ingreep (pre-operatief):

Grondige anamnese en klinisch onderzoek worden verricht door de chirurg tijdens het consult. Afhankelijk hiervan wordt de meest aangewezen techniek met u besproken, alsook de mogelijke complicaties.
De graad van vernauwing van de vagina wordt samen met u bepaald zonder echter de biologische functie er van in het gedrang te brengen.
Een vaginaplastie gebeurt best indien de kinderwens voltooid is.

Ingreep:

De ingreep gebeurt onder algemene verdoving.
Intern wordt de graad van vernauwing nauwkeurig uitgemeten, alvorens het slijmvlies aan te passen. Dit kan door injectie van vetcellen achter het slijmvlies of zo nodig met excisie van overtollig slijmvlies in ernstigere gevallen.
De wonde wordt dan in verschillende lagen gehecht met oplosbare draden.
Indien een lipofilling van de G-spot is gewenst, wordt door middel van lipostructuur, vet weggenomen op de dijen of buik en ingebracht onder de G-spot. Op die manier zal deze gemakkelijker gestimuleerd worden tijdens het vrijen. Het gebruik van vet van het eigen lichaam heeft het grote voordeel dat de procedure niet moet herhaald worden. Het vet blijft jaren ter plaatse.

Na de ingreep (postoperatief):

Paractamol volstaat meestal als pijnstiller.
Na de ingreep wordt er gevraagd zich gedurende minstens zes weken te onthouden van seksuele betrekkingen, paardrijden en fietsen of motorijden. De hechtingen zijn oplosbaar en moeten dus niet verwijderd worden. Douchen, spoeling met betadinevloeistof, lokale antibiotica-zalf en een maandverband volstaan als nazorg.
Initieel kan er wat bloedverlies optreden. Dit stopt meestal na een aantal dagen.